Gambia en Senegal
Tot hoe ver gaat mijn passie voor reizen terug? Tot 2005 dus. Als kind ging ik met mijn ouders en broer niet heel vaak op vakantie. Twee weken op de camping in Limburg, dat was het meestal wel. Ik heb dus ook geen flauw idee van wie ik die reislust heb. Voor 2005 maakte ik het zelf ook nooit al te gek, het spannendste was denk ik wel een vakantie naar Gran Canaria en een strandvakantie naar Egypte. Maar in 2005 had ik een lastige tijd achter de rug en heb ik in een gekke bui een vakantie naar Gambia en Senegal geboekt. De eerste week een rondreis door Gambia en het noorden van Senegal, de tweede week nog even lekker aan het strand met een aantal excursies (waaronder naar het zuiden van Senegal). Met mijn eerste (simpele) digitale camera lukraak wat foto's geschoten, deze wil ik jullie niet onthouden. Helaas binnen enkele dagen stof achter de lens, dus sorry voor de vlek die jullie op de meeste foto's terugzien. Verder ook geen verslag van de reis zelf, zelfs de reisroute weet ik niet meer helemaal te reproduceren. Ook weet ik van veel foto's niet meer in welk land ze zijn gemaakt, het is dus een mix van Gambia en Senegal. Wel zijn een aantal zaken van deze reis me heel goed bijgebleven ('Charles making memories' dus ten top). Deze herinneringen wil ik jullie niet onthouden en zijn dus te vinden verderop deze pagina.
De reisroute
Het is even heel diep graven in het geheugen, maar hierbij toch een poging de reisroute te reconstrueren. Het helpt hierbij gelukkig wel dat Gambia geografisch zeer overzichtelijk in elkaar steekt. Het land is gevormd langs de rivier De Gambia, met een strook van enkele tientallen kilometers land ten noorden en zuiden van deze rivier. Het land strekt zich wel meer dan 300 kilometer landinwaarts vanaf de Atlantische Oceaan. Gambia is (op de kuststrook na) geheel ingesloten door Senegal, zodat het ook het enige buurland is. De trip voerde door Gambia, maar ook door zowel het noordelijk als zuidelijk deel van Senegal.
De reis begon in ieder geval met een vlucht naar de luchthaven van Banjul en daarna een transfer naar Kololi. Dit is een kustplaats met allerlei resorts langs het strand, vlakbij Banjul. Eerst een dagje acclimatiseren voordat de rondreis zou beginnen. De volgende dag met de hele reisgroep in een busje en op pad. Door het land lopen, buiten de steden aan de kust, eigenlijk maar twee 'grote' wegen: een aan de zuidkant parallel aan de rivier en een aan de noordkant parallel aan de rivier. En met 'grote' wegen wordt eigenlijk bedoeld dat ze doorgaand zijn en daar is verder nagenoeg alles mee gezegd. Een asfaltverharding ontbreekt meestal en de asfaltwegen die er wel zijn, zijn dusdanig slecht, dat je eigenlijk zou willen dat deze er niet was. In ieder geval voerde het eerste deel van de rondreis over de zuidelijke weg, steeds dieper het land in.
Op ongeveer 200 kilometer landinwaarts (en we waren toen dus enkele dagen verder) staken we bij Georgetown de rivier over richting het noorden. Aan de overkant kan ik me ook nog een campsite herinneren, omdat we daar hebben overnacht. Verder staat me nog een optreden bij in Georgetown van een lokaal zeer bekende artiest, die speelde op een wel heel bijzonder instrument. Omdat we hiervoor in Georgetown moesten zijn, werden we tussen de 'locals' (die vooral graag naar dat concert wilden) in kleine bootjes gepropt en in het pikkedonker overgebracht naar het stadje aan de overkant. En dit ook weer de andere kant op na afloop.
De reis vervolgde zich aan de noordkant van de rivier weer met het busje richting het westen, maar deels hebben we dat ook met een boot op de rivier gedaan (meer als extraatje dan dat het noodzakelijk was). Op een bepaald moment bogen we af richting het noorden en kwamen we in Senegal aan. Daar hebben we zowel een wildpark bezocht als de miljoenenstad Kaolack. Van het wildpark staat me nog bij dat er nauwelijks wild zat en dat er sprake was van een gortdroog landschap. In het park werd een poging gedaan om de wildstand weer te verbeteren, maar veel meer dan twee uitgezette neushoorns was er niet. Hopelijk is daar inmiddels veel succes geboekt en is er sprake van een mooi park. Kaolack was een ervaring op zich. Overdag een begeleide tocht met koetsen door de stad, in de avond veilig tussen grote muren in het luxe hotel met zwembad. Tenzij je natuurlijk met je vast gids en chauffeur laat in de avond nog even de stad gaat verkennen. Ik was een van de heel weinige niet-locals en daarmee eigenlijk de attractie van de avond. Jammer van de taalbarrière, want mijn Frans was niet bepaald toereikend om gesprekken aan te kunnen gaan.
Na het noordelijk deel van Senegal zakten we weer af richting Gambia, om daarna met een pont weer de rivier over te steken en weer te eindigen in het resort in Kololi. Dat werd de uitvalsbasis voor de tweede week. Vanuit deze plek werden nog een aantal excursies ondernomen, er zijn er twee bijgebleven. De eerste was een ontspannen boottocht over de rivier De Gambia. Een beetje relaxen op het bovendek, maar toch ook net hard genoeg aan de slag om de eigen lunch bij elkaar te hengelen. Zulke dagen zijn wel goed vol te houden.
Een tweede excursie was richting het zuiden van Senegal, in de regio Ziguinchor. Daar waar het noordelijk deel van Senegal gortdroog is (eigenlijk de overgang naar de Sahara), is het zuidelijk deel weer een stuk groener. Hier hebben we een boottocht gemaakt door een magrovebos, maar ook landbouwgebieden gezien (de sperziebonen uit Senegal komen voornamelijk uit deze regio). Interessant om het contrast met het noorden te zien.
Verder was het ook nog gewoon een paar dagen lekker niets doen op het strand of bij het zwembad, afgewisseld met het verkennen van de directe omgeving van Banjul.
Totaal onvoorbereid
All-inclusive hotels of in ieder geval volledig ingerichte appartementen met restaurants om de hoek, geen visum nodig, vaste locaties voor de hele vakantie, zwembad en/of strand: dat waren kort samengevat de vakanties die ik zelf tot aan 2005 had ondernomen. Natuurlijk wel gekampeerd met mij ouders, maar daar zat geen enkele voorbereiding of werk van mijn kant in. Als je dan in een opwelling een rondreis boekt naar Gambia en Senegal, dan spring je volledig zonder zwembandjes het diepe in. Internet was in die tijd nog niet echt de vraagbaak die het nu is, dus ik moest het doen met het kleine papieren gidsje die ik kreeg bij het boeken. In mijn omgeving was ook nog niemand aan het rondreizen, dus daar kon ik ook de tips niet ophalen. Op de wilde gok dus maar naar zo'n winkel met reisbenodigdheden, waar ik vooral veel te dure (en eigenlijk oerlelijke) kleding kreeg aangesmeerd. Gelukkig ook nuttige zaken als de huisapotheek (ORS, deet, enz.), zonnebrand en mijn eerste reisgidsje, dus ik had in ieder geval nog wat nuttige zaken om mee te nemen.
Met een zeer gebrekkige voorbereiding dus met mijn koffer (bleek niet handig) op pad voor mijn eerste rondreis. Eenmaal op reis bleek een deel van de reisgroep zeer bereisd, dus daar mijn oor maar eens te luister gelegd. Verder moet je vooral de dingen maar ervaren. Als je eenmaal bij het stopcontact staat, snap je het nut van een wereldstekker. En als je op een kampsite met lemen hutjes met rieten daken op zoek gaat naar stroom voor je tondeuse, kom je ook bedrogen uit. Wel handig om te onthouden sinds wanneer ik mijn hoofd kaal scheer, dat was dus sinds het binnenland van Gambia. Geen handdoek bij zorgt ook voor improviseren, net als geen zaklamp (in een tijd dat mobieltjes er nog nauwelijks waren en deze al helemaal nog niet dat toch wel handige lampje hadden. Het werd dus een reis van leren en improviseren, ik heb er nog iedere reis voordeel van.
Armoede
Voor iemand die zijn eerste verre reis maakt, zou ik de top 5 armste landen (waar Gambia onder valt) niet direct aanbevelen. Wat hebben we daar een armoede gezien, zowel in de steden als in het binnenland. De resorts langs de kust maskeerden het nog redelijk, maar eenmaal buiten deze complexen was het echt schrijnend. In Senegal was het iets minder, maar voor iemand die nog niets van de wereld had gezien, maakte het nog steeds diepe indruk.
Het moment dat het meest bij is gebleven, was een bezoek aan een dorp ver in het binnenland. Net na de start van de trip hadden we nog spullen gekocht als pennen, papier, zeep en wat speelgoed, zodat we dit in het binnenland nog konden weggeven aan mensen voor wie dit echt luxe artikelen zijn die ze zelf niet kunnen kopen. De gids had ook aangegeven dat als we onderweg een dorpje of nederzetting zouden tegenkomen dat we zouden willen bezoeken, we dit dan moesten aangeven. Na een paar dagen, diep in het binnenland, zagen we op een paar honderd meter van de weg in bossages een karakteristiek klein dorpje met misschien 15 lemen hutjes met rieten daken. Kinderen waren lekker aan het spelen, het zag er leuk uit. Op aangeven van ons ging de gids (een Gambiaan die de lokale talen prima sprak) naar het dorpje om te vragen of wij welkom waren voor een bezoek. Het hele dorp liep gelijk massaal uit richting ons busje, we waren dus duidelijk welkom. Tijdens ons bezoek zag ik de gids praten met het dorpshoofd en ze keken daarbij steeds naar mij. De gids kwam uiteindelijk naar me toe en vertelde dat het dorpshoofd het wel zag zitten om een van zijn dochters aan mij uit te huwelijken. Er moest alleen wel een bruidsschat worden betaald van 5 kilo colabonen. Wat dat kost? Omgerekend 2,50 euro. Voor deze mensen dus schijnbaar een flink bedrag. Ik was daarentegen compleet van slag door dit verhaal. waar armoede toe leidt...
Een tweede verhaal was nogal een ongemakkelijke. Pinnen was in die tijd nog geen optie, dus we moesten naar de bank. Maar om nu met de hele groep de bank binnen te stappen was niet heel handig. We hadden het (voor de hele reis!) voor iedereen te wisselen geld bij elkaar verzameld en ik ging met de gids richting de bank. De gids gaf het te wisselen geld en een flinke big shopper aan de bankmedewerker, waarna hij naar achteren liep. Zo'n 10 minuten later kwam hij terug met letterlijk een met bankbiljetten afgeladen tas. De gids had een handdoek met een dekte daarmee de biljetten af en we gingen weer op pad richting hotel. Je voelt je dan niet echt fijn op straat. In het hotel mocht ik van de receptioniste even naar een aparte zaal, zodat ik de bankbiljetten kon splitten over de mensen. Juist op het moment dat alle biljetten in hoge stapels op tafel lagen, kwamen er twee personeelsleden binnenlopen. Aangezien er 10 Gambiaanse jaarsalarissen op tafel lagen, kun je je wel voorstellen hoe ze naar die stapels keken.
Een laatste verhaal dat wel bij velen bekend zal voorkomen, gaat over alle 'vrienden' die je heel snel maakt. Kwestie van snel maar vriendelijk 'afpoeieren', maar dat was mij in 2005 nog niet geheel bekend. Iedereen is zo vriendelijk om van alles voor je te regelen, maar vervolgens kom je er niet meer vanaf en wordt er toch een flinke financiële bijdrage afgetroggeld. Mijn 'beste vriend' hing echt letterlijk iedere dag, van vroeg tot laat, rond bij het hotel. Een taxi moest ik niet nemen, want die was te duur. Hij wist wel iemand die dat goedkoper kon. Op de markt kon hij de beste prijzen regelen (uiteraard wel bij door hem gekozen kramen). En souvenirs kwam hij op verzoek wel even showen. 'Best price' uiteraard. Als ik toen wist wat ik nu weet, was dit allemaal uiteraard niet gebeurd. Maar neem het ze eens kwalijk als je weet in welke armoede ze leven. Ze komen vaak uit het binnenland met het verhaal dat aan de kust geld valt te verdienen. Uiteraard valt dat tegen, maar met die boodschap durven ze thuis niet aan te komen. Dus dan maar sjacheren en kijken waar wat geld valt te halen.
Engelsen
Gambia is een voormalige Engelse kolonie. Voordeel is dat Engels er nog goed wordt gesproken (behalve in het binnenland) en dat het dus een land is waar je je goed verstaanbaar kunt maken. Dit in tegenstelling tot Senegal, een voormalige Franse kolonie, waar ik met handen- en voetenwerk het gesprek aanging. Omdat Gambia dus een voormalige Engelse kolonie is, is het niet heel verwonderlijk dat juist Engelsen (vooral in de winter) de weg naar het land weten te vinden. Waar wij nog graag wat willen zien, ligt dat voor de Engelsen heel anders.
Allereerst zijn er de vrouwen van middelbare leeftijd. Gekleed in badkleding in tijger- of panterprint en met een hoogblonde suikerspin op het hoofd, laten zij zich in de resorts graag het hof maken door gespierde Gambiaanse mannen. Het kost wat acteerwerk ('You are my true love') en mogelijk moeten er nog wat intiemere diensten worden verleend, maar de betreffende man staat er weer een aantal dagen financieel gezien goed voor. Ik denk er het mijne van, maar het betreffen wel volwassenen en schijnbaar vinden beiden kanten het prima. Al vraag ik me wel af wat er van de 'liefde' terecht zou komen als de levensstandaard in Gambia hoger zou liggen. Het antwoord ligt voor de hand.
Ook gezinnen weten de weg naar het land te vinden. Samenvatting van wat ik heb gezien bij een gezin. Gezin (ouders en twee kinderen) komt aan bij het hotel. Met de koffers richting de hotelkamer. Zwembad en bar blijken dichterbij te zijn dan de kamer. Koffers in een hoek gemikt. Vader en moeder richting de bar (het is nog ochtend) en op naar het eerste bier. Kinderen zoeken zwemkleding en kleden zich om in het toilet en gaan daarna lekker het water in. Pa en ma vonden het eerste bier duidelijk naar meer smaken (leve de all-inclusive formule). Af en toe komen er wat snacks op de bar te staan, dus een lunch is niet nodig. Lekker doorbakken en -drinken in de middag. Tegen zonsondergang toch maar met de koffers richting de kamer. Eindresultaat: 's avonds bij het diner een volledig kreeft-rood gezin, waarbij de kinderen de dronken ouders op sleeptouw nemen. En dat dan 8 dagen in een loop (behalve dat met die koffers dan).
Reactie plaatsen
Reacties