Zuidelijk Afrika dag 7 en 8: de Victoria watervallen
Inmiddels is de reis al weer ongeveer een week onderweg. Vanaf Elephant Sands Lodge vervolgt de reis zich verder in noordelijke richting, richting de grens met Zambia. Onderweg nog een paar stops om kuddes olifanten de weg over te laten steken. Uiteindelijk eind van de ochtend aangekomen bij de Zambezi. Deze rivier vormt de grens tussen Botswana en Zambia. In de verre omgeving geen bruggen, dus de oversteek ging met een pont. Dit betekent alleen wel lang wachten, want de rijen zijn lang en de pont niet al te groot en vooral langzaam. Uiteindelijk werd Zambia begin van de middag bereikt, waarna nog een rit van een kilometer of 50 volgde richting Livingstone. Deze stad met meer dan 100.000 inwoners ligt dichtbij de noordoever van de Zambezi, vlak bij de Victoria watervallen. Langs de rivier zelf liggen (naast een aantal natuurgebieden) een aantal lodges en campsites, mooi uitzicht gegarandeerd. Zeker omdat midden in de rivier een aantal onbewoonde, natuurlijke eilanden liggen. Gelukkig dus nog alle ruimte voor de natuur. Op een van de campsites kon het kamp voor twee nachten worden opgezet, daarna even lekker een biertje doen op het terras langs het water.
Aan het einde van de middag komen er allerlei boten aan bij de verschillende lodges en campsites, tijd voor een zogenaamde 'sunset cruise'. Het concept is simpel: een eindemiddagsborrel op een boot die langzaam over de Zambezi vaart. Onderweg genoeg te zien: olifanten en krokodillen op de oevers en groepen nijlpaarden in het water. De dieren leken zich vooral weinig druk te maken over de boten op de rivier en gingen lekker hun eigen gang. De zon daalde langzaam maar zeker, zodat de aandacht van de dieren langzamerhand werd verplaatst richting een prachtige zonsondergang. Niets zo mooi als een zonsondergang met wat wolken erbij, zodat de kleuren in de lucht nog mooier werden. Mazzel dus vandaag. Toen het langzamerhand donker werd, koersten de boten weer richting de lodges en campsites, het avondeten stond al weer bijna klaar. Na weer een voortreffelijke braai nog een avond gezellig bij het kampvuur, dit keer zonder ons druk te hoeven maken over allerlei wild direct om ons heen. De campsite was prima afgesloten van de buitenwereld.
De volgende ochtend geen programma, dus iedereen was vrij om zelf te bedenken wat te gaan doen. Zelf lang getwijfeld, maar toch maar gekozen voor een rit op een olifant. Nu zou ik dat niet meer doen, maar ik wilde het toch een keer meegemaakt hebben en volgens meerdere mensen ging het er hier best diervriendelijk aan toe. De olifanten zitten niet in gevangenschap en zijn de hele dag vrij om te gaan en staan waar ze willen. In de avond komen ze naar een beschermde omgeving, waar ze ook worden gevoerd. In de ochtend een ritje met toeristen door een natuurlijke omgeving, waarna ze nog een keer gevoerd worden en daarna weer lekker op pad door de natuur. Klinkt best goed, al weet je natuurlijk nooit hoe het er aan toe gaat als er geen toeristen in de buurt zijn. Vandaar dus een eenmalige actie om het een keer ervaren te hebben. Na ontvangst met een drankje richting de olifanten. Bob was de grootste van het stel en had wat bijzonderheden. Hij vond zichzelf te groot om langs het opstapplatform te lopen, op- en afstappen moest dus door er op te klimmen. Geen probleem voor mij, dus kom maar op. Als je dan toch olifant rijdt, laat het dan maar een grote zijn. Ideaal toen we stukken door het water gingen lopen. Iedereen natte voeten, behalve ondergetekende. Verder had Bob constant grote trek, dus hier en daar trok hij een grote tak van een boom of zelfs een compleet boompje uit de grond. Wel even oppassen voor rondzwiepend groen dus. Na terugkomst uiteraard als beloning de olifanten iets lekkers toestoppen, dat werd dankbaar en met alle voorzichtigheid aangenomen. Vanaf de grond was Bob wel echt imposant groot, maar alles ging helemaal goed.
De grootste bezienswaardigheid in de omgeving van Livingstone zijn toch wel de Victoria watervallen. Deze watervallen zijn de breedste watervallen van Afrika (1.700 m breed) en zijn ongeveer 100 m hoog. Deze breedte was alleen niet zichtbaar op het moment dat wij er waren, het was inmiddels het droge seizoen. De watervallen bevinden zich deels in Zambia en deels in Zimbabwe (de Zambezi is ook hier een grensrivier). Het uitzicht is vanaf de kant van Zimbabwe het beste, maar dan moet je weer een grensovergang over en heb je een visum nodig. Dat visum is een erg dure voor een uitzicht op een waterval, dus wij hebben hem toch maar bewonderd vanaf de Zambiaanse kant. Rond de watervallen is het bosachtig en in dat bos lopen een aantal paden naar uitzichtpunten over de waterval. Hier werden we voorzichtig benaderd door een Zambiaan die tegen betaling wel betere plekken kon laten zien. Achteraf bleek dat erg illegaal te zijn, maar hij heeft ons dus meegenomen op de waterval zelf. Door het droge seizoen was dat mogelijk, maar het bracht best wel wat gevaar met zich mee. Het aantal gevarenbordjes was niet meer te tellen. En met het idee om vanaf de rand van de waterval naar beneden te fotograferen zagen wij toch maar even af. Een heus avontuur dus, maar eigenlijk toch niet een goed plan. Het heeft wel bijzondere foto's opgeleverd, dat dan weer wel.
Vanaf het park kan ook nog worden afgedaald in een kloof naar de oever van de Zambezi na de waterval. Je hebt dan zicht op de Zambezibrug hoog boven je en mooie uitzichten door de kloof. De waterval is hier niet te zien, maar toch een aanrader om de tocht naar beneden te maken. Wel even opletten voor de bavianen die hier leven, hou maar even afstand als ze er in een grote groep aankomen. Wij konden er nog ruim omheen, maar ze kunnen met recht wat chagrijnig worden genoemd.
Reactie plaatsen
Reacties