IJsland (2023)

Eigenlijk niet een reis op zich, maar onderdeel van een combi met grote contrasten: New York en IJsland. Vanwege familiebezoek gingen we in juni 2023 een paar dagen naar New York. Alleen een korte trip voor familiebezoek vonden we erg zonde, dus gingen we op zoek naar mogelijkheden de vakantie te verlengen tot ongeveer 10 dagen. Dat kan natuurlijk prima in de Verenigde Staten zelf, maar IcelandAir maakt het wel erg aanlokkelijk om tijdens een reis vanuit Europa naar de Noord-Amerika (of terug) een stop-over van een paar dagen te maken. Wij gingen dus voor een paar dagen IJsland op weg terug naar huis! Onderstaand een (foto)verslag van een wonderbaarlijk mooie korte trip door het zuiden van IJsland.

Van hectiek naar heerlijke stilte

In het begin van de avond nog volop in de drukte (of eigenlijk meer gekte) van Manhattan, vervolgens op naar het vliegveld van Newark, een nachtvlucht richting Europa en de volgende ochtend geland in het heel rustige IJsland. Een groter contrast is bijna niet denkbaar, maar het voelde erg fijn aan. Heen (tijdens de tussenlanding op weg naar New York) hadden we nog druilerig weer, waardoor IJsland er van boven grijs en grauw uitzag. Zeker het open landschap rond het vliegveld van Keflavík geeft dan een treurig beeld. Nu we echt IJsland wilden gaan verkennen hadden we mazzel: het was stralend blauw weer. En wat laat het eiland dan ineens prachtige kleuren zien! Op dus naar de autoverhuur en het korte avontuur door het zuiden van IJsland kon beginnen.

 

De eerste bestemming voor vandaag was het Þingvellir National Park, maar niet zonder onderweg waar mogelijk af en toe te stoppen om te genieten van de prachtige weidse uitzichten. Uiteindelijk kwamen we dan toch aan bij het park, waar we een wandeling hebben gemaakt richting de waterval Öxarárfoss. De vallei van Þingvellir is precies gelegen op de grens tussen de Amerikaanse en Euraziatische tektonische plaat. Ieder jaar raken Noord-Amerika en Europa 1 tot 18 mm van elkaar verwijderd. Door de scheur loopt de Öxará rivier, die de tektonische platen van elkaar scheidt. De wandeling liep parallel aan de rivier, al werd deze veelal aan het oog onttrokken door de mooiste rotsformaties. Aan het noordelijkste puntje van de Öxará rivier is de Öxarárfoss te vinden. Niet de hoogste waterval, maar wel een erg mooie. Verder kon je vanaf de waterval prachtig de rivier tussen de rotsen zien lopen. Nadat voldoende foto's waren gemaakt, zijn we via dezelfde route teruggegaan naar de auto. Er stond tenslotte nog meer op het programma deze eerste dag.

Na een niet al te lange rit was het tijd om de Geysir te bewonderen, vroeger bekend als Stóri Geysir (grote geiser). Sinds een aardbeving in 2000 is de activiteit van deze geiser echter sterk afgenomen. Het aantal erupties per dag is nu minimaal en de kracht ervan is ook nog maar beperkt. Gelukkig is er nog de 'buurman' Strokkur, die iedereen om de paar minuten weet te verwennen met een eruptie van vele meters hoog. Een prachtig schouwspel, waarbij iedere eruptie weer anders is. Dankzij het mooie weer gaf het hele gebied (zowel het water als gesteente) de mooiste kleuren. Net in IJsland en de tweede mooie belevenis hadden we weer in de pocket.

Op naar de laatste 'hotspot' van vandaag: Gullfoss. In het Nederlands staat dit voor 'gouden waterval', vanwege de regenboog die vaak boven de waterval te zien is. Daarnaast werd de waterval in de reisgidsen beschreven als de mooiste waterval van IJsland, dus we hadden flinke verwachtingen. Vanaf de parkeerplaats begonnen we de wandeling richting de waterval. Ik beschouw dat altijd als een cadeautje dat langzaam worden uitgepakt: eerst hoor je het gebulder van het neerstortende water, daarna vang je vaak een eerste glimp op en als laatste zie je de waterval in volle glorie. We werden absoluut niet teleurgesteld, het is een prachtige waterval! En vanwege het mooie weer deed de waterval zijn naam eer aan, er stond een prachtige regenboog boven het water. Dankzij het weidse landschap konden we de waterval van alle kanten bewonderen, we hebben er de tijd voor uitgetrokken. Verder beschrijven heeft niet veel zin, de foto's zeggen alles. Na Gullfoss werd het tijd om richting onze eerste slaapplek te gaan in de buurt van Selfoss. Dit was nog best een stuk rijden, maar gaf ons wel een goed startpunt voor de lange reisdag die morgen op ons zou wachten.

Vatnajökull

Normaal zijn we altijd van de secure voorbereiding, we komen qua omstandigheden niet graag voor verrassingen te staan. Ditmaal was dat er bij ingeschoten vanwege de verbouwing van ons nieuwe huis. We waren voorbereid op kou, regen en kilometers lopen op slecht toegankelijk terrein. Maar over 1 ding hebben we totaal niet nagedacht: het wordt in IJsland in juni (nagenoeg) niet donker. Dat was dus even lastig in slaap komen, we hadden ook geen slaapmaskers bij om het wat makkelijker te maken. Ondanks dat begonnen we dag met volle zin en na een ontbijtje konden we op pad voor de langste reisdag van onze trip door IJsland. We gingen in 1 rit (wel uiteraard met af en toe een stop) naar het verste punt van onze tocht: Jökulsárlón. Onderweg hoopten we nog te kunnen genieten van de mooie uitzichten, maar het weer was compleet omgeslagen. De hele ochtend zou het druilerig weer zijn, maar op onze bestemming was het gelukkig droog (en het bleef gelukkig ook de rest van de dag nagenoeg droog).

 

De eerste stop van de dag bereikten we ongeveer rond lunchtijd. Jökulsárlón is het grootste ijsmeer van IJsland. IJs afkomstig van de gletsjer Vatnajökull (en dat is dan weer de grootste gletsjer van het land) wordt via onder andere dit meer afgevoerd naar de oceaan. In het meer drijven grote ijsschotsen, die prachtig van kleur veranderen op het moment dat de zon even door de wolken prikt. We hebben lekker een stuk langs de oever van het meer gelopen en vanaf iedere plek was het uitzicht toch weer anders. Later zijn we met de auto nog richting een ander stuk van het meer gereden om wat beter uitzicht te hebben op de gletsjer. En we hadden mazzel, want daar lieten een aantal zeehonden zich nog zien. Die lagen heerlijk te relaxen op ijsschotsen, heerlijk buiten het bereik van roofdieren die het meer niet op kunnen.

De Vatnajökull is vanaf meerdere plaatsen te bewonderen en we hebben de rest van de dag dan ook gebruikt om, al langzaam weer reizend een stuk terug in de richting van waar we die ochtend vandaan kwamen, op verschillende plaatsen te stoppen. De eerste stop was een kleiner ijsmeer, het Fjallsárlón. Dit is een gletsjermeer aan het zuidelijke einde van de gletsjertong Fjallsjökull, een onderdeel van de eerdergenoemde gletsjer Vatnajökull. Ondanks dat het meer een stuk kleiner is dan Jökulsárlón, doet het naar mijn mening hier aan schoonheid niets aan onder. Waarschijnlijk komt dit omdat de gletsjer en gletsjertong van veel dichter te zien zijn.

Vervolgens snel weer door, want de tijd tikt door en we willen nog wel wat zien vandaag. Onderweg naar de grootste tongbreker van de dag, Svínafellsjökull, vinden we echter eerst nog een kleine parkeerplaats om te genieten van een wel heel prachtig schouwspel: ontelbare lupines in prachtige bloei, met op de achtergrond de gletsjer. Deze bloemen bloeien ieder jaar maar heel kort, dus we hebben echt wel mazzel. Daarna weer snel door naar Svínafellsjökull, een volgende uitloper van de grote gletsjer. Ook hier was het, ondanks het grauwere weer, niet heel moeilijk om een paar plaatjes te schieten en te genieten van de mooiste panorama's. Dag 2 in IJsland, maar ik ben nu al fan.

Waar we afgelopen nacht het feit dat het in juni in IJsland maar niet donker wil worden als nadeel zagen, hebben we er nu weer een voordeel aan. We willen op weg naar onze overnachtingsplek nog een waterval, Svartifoss ('zwarte waterval'), bezoeken en dat kan nu nog makkelijk in de vroege avond. Blij ook dat we deze tussenstop hebben gemaakt, want het is weer de moeite waard. Je moet er wel een redelijke wandeling heuvelop voor over hebben, maar na een dag toch veel in de auto zitten vinden wij dat helemaal geen probleem. Eerst komen we een kleine waterval tegen (met de gebruikelijke twijfel of 'dit het nou is'), maar gelukkig konden we een kwartiertje later alsnog de Svartifoss bewonderen. Niet alleen de waterval is de moeite waard, het hele gebied is mooi. Op weg terug konden we ook nog eens genieten van het uitzicht op een meanderende rivier richting de oceaan. Terug bij de parkeerplaats hebben we bij een kraam nog even kunnen eten. Dat scheelt weer boodschappen doen en nog koken op de late avond.

Op naar de puffins

Dag 3 alweer van onze 5-daagse (de laatste dag waarop we alleen nog maar naar huis vliegen niet meegeteld) 'stop over' in IJsland. Vandaag willen we vooral de regio rond Vík í Mýrdal gaan verkennen, maar het doorspitten van de reisgids en internet hebben nog een aantal extra tussenstops opgeleverd. Allereerst twee kleinere 'fossen' (watervallen dus) in de directe omgeving van het dorp waar we vannacht verbleven. Het gaat dan om het dorpje Kirkjubæjarklaustur (ik gok 5x woordwaarde bij Scrabble) met de watervallen Stjórnarfoss en Systrafoss. Op een of andere manier heeft iedere waterval voor mij zijn charme, dus ik kon ook volop genieten van deze twee. Ik zou dan ook iedereen die er langs komt adviseren om er even voor te stoppen.

De volgende bestemming was een beetje een twijfelgeval of deze wel toegankelijk zou zijn. Fjaðrárgljúfur is namelijk een prachtige kloof, maar sinds Justin Bieber er een videoclip heeft opgenomen en er ook filmopnames zijn gemaakt voor Game of Thrones, wordt het gebied overspoeld door toeristen. Niet omdat ze willen genieten van de kloof zelf, maar vooral om de wereld te laten zien dat ze op een plek zijn geweest waar Justin Bieber (en de cast van Game of Thrones) ook is geweest. Het gebied was een aantal jaren gesloten, maar er zijn nu zodanige aanpassingen (onder andere aanleg paden en afsluiten delen gebied) gedaan, dat het gebied weer toegankelijk is. Bij te grote drukte willen ze het gebied echter nog steeds wel eens afsluiten. Wij hadden geluk en konden er (ondanks dat het op de parkeerplaats best een chaos en drukte was) toch in. Ons een weg banend tussen mensen met selfiesticks en ook drones (die daar overigens gewoon verboden zijn), hebben we toch ook wel genoten. Het is gewoon een echt mooie kloof.

Na een flinke autorit was het dan toch echt tijd om de regio rond Vík í Mýrdal te verkennen, te beginnen met het beroemde zwarte strand (ook wel Reynisfjara Black Beach genoemd). Dit is het meest populaire en dus ook drukste strand, maar omdat deze ook het best bereikbaar is, was het ook voor ons de meest logische keus. Er stond inmiddels een flinke wind, dus met de regenjassen aan als windschild gingen we het strand op. Best vreemd om een heel zwart strand te zien, maar andere kant is het gewoon ook mooi. Foto's maken vond ik wel weer moeilijk, want zeker zonder zonlicht 'zuigt' het strand alle kleur uit de foto's.

Aan de overkant van de baai die deels door Reynisfjara Black Beach wordt afgesloten, ligt het Dyrhólaey NP. Niet alleen biedt dit park een mooi uitzicht op baai en strand, maar tevens is het de plek aan de zuidkant van IJsland met de grootste kans om puffins (in het Nederlands papegaaiduikers genoemd) in het wild te zien. En laten wij nou helemaal weg zijn van puffins... Na wat steile weggetjes omhoog en met de nodige haarspeldbochten kwamen we bovenop een klif, het hoogste punt van het park. Volop in de wind was het ijskoud, maar dat mocht de pret niet drukken. Het uitzicht was mooi, genoeg meeuwen en andere vogels te zien, maar nergens een puffin. Totdat er ineens op een meter of 20 van ons vandaan eentje op zijn gemak in het gras zat. Onze dag was nu dus helemaal goed. Verder hebben wij tijdens die wandeling eigenlijk geen puffins meer gezien, er was ook nauwelijks zicht op de rotswanden onder ons (daar waar de vogels nesten). Redelijk verkleumd dus uiteindelijk maar naar de auto en op weg naar beneden. Nog voordat we het park uitreden, zagen we nog een afslag richting de baai. Geen idee wat daar te vinden zou zijn, maar toch maar proberen. Daar hebben we duidelijk geen spijt van gehad, want er blijkt dus nog een lager deel van het park te zijn waar je kan rondwandelen. En laten daar nou wel meer puffins te vinden zijn (en dan ook nog eens veel minder wind). Veel puffins dreven lekker in de zee, maar er waren er ook zat die bij de nesten zaten. Het was nog te vroeg op de dag voor alle puffins om terug te keren naar land, maar helemaal tevreden gingen wij op pad richting onze volgende overnachtingsplek.  

Op naar Reykjavik

Van tevoren was al gepland dat dag 4 zou eindigen in Reykjavik, maar het stond ons natuurlijk helemaal vrij om onderweg nog allerlei moois te gaan bewonderen. En zoals al een aantal malen eerder gingen we ook nu op 'fossenjacht' (oftewel op zoek naar watervallen). En relatief dichtbij ons vertrekpunt van de dag zijn er twee flinke watervallen te vinden: Skógafoss en Seljalandsfoss. De eerste had ook een pad met allerlei trappen heuvelop, zodat de waterval ook van bovenaf kan worden bewonderd. De tweede had dan weer de bijzonderheid dat je achter de waterval door kan lopen. Leuk idee, maar daar dacht mijn camera toch heel anders over. Dat stukje hebben we dan ook overgeslagen. Maar al met al ook hier weer twee watervallen die de moeite waard zijn om te bezoeken, zeker gezien de ligging niet ver van de hoofdweg. Een stuk verder richting Reykjavik zijn we nog even gestopt bij het Geothermal Park Hveragerði. We hadden hier op internet wat informatie over gevonden, dus het was ons de gok waard om er even te stoppen. Op zich wel leuk om te stoppen, maar hier bleek de activiteit van het geothermische park erg te zijn afgenomen na een vulkaanuitbarsting. Veel meer dan een zwavellucht, wat geborrel en dampen en verder lege thermische baden was hier niet te vinden.

En toen werd het tijd voor de hoofdstad van IJsland: Reykjavik. Ons appartementje bleek nog dichter bij het centrum van de stad te liggen dan verwacht: binnen 100 m liepen we de belangrijkste winkelstraat op. Na aankomst was het dus lekker om gelijk even een eerste wandeling door het centrum te maken. Normaal ben ik niet zo van hoofdsteden wegens de drukte, maar in Reykjavik is het niet al te druk en gaat het er gemoedelijk aan toe. Dat was dus prima vertoeven.

Het laatste dagje IJsland

Nog een laatste dag voordat de vakantie ten einde komt en we weer richting Nederland gaan. Nadat we gisteren zelf Reykjavik hadden verkend, leek het ons nu wel leuk om ons door een gids te laten rondleiden. Een goede manier om ook nog iets te weten te komen over het land, de stad en de mensen die er leven. Soms wordt het met een gids saaie kost, maar in dit geval kwamen er behalve de geschiedenis ook veel leuke en grappige weetjes aan het licht. En de dingen die we gisteren al wel hadden gezien, kregen er nu een leuk verhaal bij. Een prima ochtend op deze manier.

Na een uitgebreide lunch gingen we op pad richting de zuidoostelijke punt van IJsland. Hier zijn Krýsuvík en de blue lagoon (Bláa Lónið) te vinden. Krýsuvík, ook wel Seltún genoemd, is het actiefste hetebronnengebied van Zuidwest-IJsland. De blue lagoon wordt een geothermische wonder genoemd dat is gelegen in een 800 jaar oud lavaveld. Onderweg naar Krýsuvík reden we langzaamaan de wolken in (ondanks dat we niet echt hoog reden). Het zicht werd steeds slechter, maar uiteindelijk hebben we de weg toch gevonden. Het geothermische gebied zag er wel buitenaards uit zo in de mist en wolken, het leek wel of we in film zaten. Richting de blue lagoon werd het zicht wel weer wat beter, maar dat maakte wat we zagen niet veel beter. Deze plek, wat toch echt een natuurfenomeen herbergt, is omgebouwd tot een spa-resort, met hotel, restaurant, kleedkamers en noem maar op. Buiten het complex was nog een stuk blue lagoon vrij te bezoeken, maar altijd met het spa-resort op de achtergrond. Echt jammer dat dit in het extreme wordt verpest door commercie. Uiteindelijk nog het laatste stukje van de rondtrip, naar het plaatsje Keflavík (waar ook de luchthaven ligt). Hier kwamen we redelijk laat in de middag aan, dus veel meer dan een korte verkenning rond een jachthaven hebben we niet gedaan. Leuk bij de jachthaven is een grot waarin een reuzin woont, gebaseerd op een IJslandse sage. Zeker voor kinderen leuk om even bij de reuzin langs te gaan. In de avond nog even lekker uitgebreid gegeten als afsluiter van de reis. De volgende ochtend nog snel een ontbijtje, richting de luchthaven en lekker richting huis.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.