De Okavangodelta (of Okavangomoeras) is de delta van de rivier Okavango. Het is de grootste binnenlandse delta ter wereld. Het water van de Okavango bereikt geen zee of oceaan. In plaats daarvan loopt het rivierwater uit in het zand van de Kalahari, waardoor 15.000 km² van de woestijn van water voorzien wordt. Sinds 2014 is het aangewezen als UNESCO werelderfgoed. De delta is voor het grootste deel natuurgebied en stond daarom terecht op het programma om te bezoeken. Via de stad Maun kwamen we aan bij de rand van de delta. Het zou voor de komende drie dagen (twee nachten) het laatste aan luxe en menselijke drukte zijn dat we zouden zien, want er stond een kampeertocht op het programma. Geen camping met vers gemaaide kampeerplekken of een schoon toiletgebouw, maar gewoon kamperen in het wild. Best spannend, want in dat 'wild' zaten genoeg dieren waar je niet mee oog in oog wil komen te staan. Nijlpaarden, olifanten, leeuwen en slangen, het is maar een kleine greep uit de dieren die in dit gebied leven. Gelukkig kregen we genoeg mensen mee die ons zouden gaan begeleiden, gidsen, vervoeren en eten voor ons zouden gaan maken.
De gekozen kampeerplek lag op een eiland midden in de delta, dus om er te komen was transport per boot noodzakelijk. Ook hier geen luxe, de boot was een zogenaamde 'mokoro', een uitgeholde boomstam. Nog best lastig om niet om te slaan met de boot, dus het leek iedereen vooral verstandig als wij gewoon netjes zouden gaan zitten. De mensen die ons vergezelden balanceerden al staand op de voor- en achterkant van de boot, terwijl ze ons met lange stokken vooruit duwden en op deze manier ook stuurden. Het uitzicht voor de inzittenden was door het riet beperkt, maar de bootsmensen hadden al staand een goed overzicht. Nijlpaarden in de verte? Blokje om. Olifanten in zicht? Ook maar even een omweg. Krokodillen? Geen probleem, die gaan er wel vandoor. Ondanks dat het een prachtige boottocht was, bleef het toch spannend totdat het eiland om te kamperen was uitgekozen en bereikt.
Eenmaal op het eiland werd kamp gemaakt. Tenten werden opgezet, een kampvuur voor het avondeten werd alvast gemaakt en het toilet werd een eindje verderop gegraven. Hoe het toilet werkte? Heel simpel. Als er aan een tak bij het kamp een toiletrol hing, dan was het toilet niet bezet. Neem de rol en een aansteker mee, kijk goed om je heen of er geen wild te spotten is en loop richting het gat. Op de hurken boven het gat voor de grote boodschap, steek daarna het gebruikte toiletpapier in de brand en gooi dat de grote boodschap achterna. Pak vervolgens het schepje dat naast het gat ligt en gooi een klein beetje aarde in het gat om de boel een beetje af te dekken. Neem vervolgens de toiletrol weer mee en hang deze weer aan de tak. Gat vol? Dan graaf je een nieuwe. Handen wassen? Dat doe je gewoon in het oppervlaktewater bij het kamp. Daar kijkt altijd wel een van de gidsen mee of het op dat moment veilig is. Dat was overigens best wel geruststellend, er stond dag en nacht wel iemand op wacht om zeker te zijn dat er geen wild in de buurt van het kamp was. Douchen? Ook gewoon in het water van de delta badderen, uiteraard ook nu weer met iemand aandachtig op wacht. Alleen al het kamperen was een groot en spannend avontuur.
Uiteraard was het niet alleen om het kamperen te doen, er werden ook tochten gemaakt. Soms alleen boottochten, soms ook wandeltochten. Er was genoeg te zien: van kleine dieren tot grote, het was allemaal even prachtig. Helaas bleef het aantal tochtjes beperkt, want we hadden het weer een groot deel van de tijd niet mee. Veel regen, dus ook uren lang schuilen in de tenten. Op dag 2 werd zelfs de avondmaaltijd gegeten in de eigen tenten. Niet zo gezellig, maar ook dat is wat bij een natuurtocht hoort. Gelukkig ook droge momenten, die gretig werden gebruikt om er op uit te gaan.
























Zoals mag worden verwacht, werd het uitgerekend op het moment van vertrek op dag 3 van de tocht weer helemaal droog. Dat geeft ook niets, want ook vandaag stond er in de middag nog iets leuks op het programma: een vlucht met een klein vliegtuigje over de delta. Hiervoor moest eerst het kamp worden opgebroken en moest nog in enkele uurtjes worden teruggevaren richting Maun. In Maun zelf ligt een kleine luchthaven, waar een klein vliegtuigje klaarstond voor onze rondvlucht. In een uur tijd vlogen we over het hele gebied, met prachtige uitzichten over de waterlopen en de eilanden. Van bovenaf vielen vooral de 'sporen' op in het water, zodat de routes duidelijk werden die de nijlpaarden en olifanten aflegden. Op een gegeven moment waren ook de dieren zelf te zien, vooral de grote groepen rondtrekkende olifanten waren een genot om te zien. Een perfecte afsluiter van de driedaagse tocht door (en dus ook over) de delta. Hierna zal ergens een campsite zijn opgezocht voor de nacht, maar zelf heb ik geen idee meer waar. Naar verwachting in de buurt van Maun, maar er zijn ook geen foto's van deze overnachtingsplaats om het geheugen op te frissen.















Reactie plaatsen
Reacties