De dag van gisteren (vrijdag) liep heel anders dan van tevoren gepland, dus uiteindelijk maar één verslag voor twee dagen. Maar volgens mij doe ik al goed mijn best, dus dat kan wel voor een keer. De vrijdag begon op het supermooie meer Bigi Pan. Helaas hadden we een bloedhete, windstille nacht achter de rug, dus eigenlijk niemand had goed geslapen. Voordeel van het heel vroeg weer wakker zijn, was dat we konden genieten van een fantastisch mooie zonsopgang over het meer. Na een ontbijtje stapten we in een bootje om terug te worden gebracht naar de bewoonde wereld. Vooraf was gezegd dat niet zou worden gestopt als we dieren zouden zien, maar gelukkig hadden we vriendelijke bootsmannen. Uiteraard zagen we onderweg weer de nodige vogels, maar de kers op de taart was toch wel een boommiereneter, die hoog tussen de takken aan het dineren was. Na de boottocht (met weer een overstap bij de boothelling) gingen we nog even naar een chinees (in Suriname een ander woord voor supermarkt) in Nickerie.
Nadat de boodschappen waren gedaan, gingen we naar een oude houtzagerij, waar bij de kade onze boottocht naar Apoera moest beginnen. Het leek daar even goed te gaan (de spullen waren ingeladen en wij zaten met reddingsvest aan in de boot), maar nog geen 200 meter van de kade hield de motor van één van de boten het voor gezien. Uiteindelijk kostte het meer dan tweeënhalf uur om een nieuwe boot te regelen en alsnog op pad te gaan. In de tussentijd hadden we dus bij die half vervallen houtzagerij moeten wachten, het was geen pretje in de hitte en zonder eten en drinken. Uiteindelijk dus toch op pad, met een flinke vaart over het water. Eerst nog veel golfslag (en dus veel ‘gestuiter’), maar eenmaal op de Coppenamerivier werd het een stuk rustiger. In volle vaart was het tweeënhalf uur varen naar Apoera, een indianendorp langs de rivier in de jungle. Onderweg was het prachtig: een mooie, brede rivier met alleen maar jungle op de oevers. Aan het einde van de tocht zagen we iets meer bebouwing, maar groen bleef heel zeker de boventoon voeren. Uiteindelijk kwamen we aan in Apoera, met als verrassing een natte landing. Dat werd dus tot de knieën in het water om de boten uit te laden, heerlijk! De komende drie nachten is onze verblijfplaats een relatief simpele hut, waar we hangmatteren. Het ligt dicht bij de rivier, in het indianendorp. We hebben een eigen kokkin, die speciaal is overgekomen uit Paramaribo. We worden dus weer verwend. Na een avondje set en fluxx, en een slokje borgoe, hebben we de hangmatten opgezocht.
Vanmorgen begon voor ons een nieuwe dag, wat een heerlijk blauwe lucht weer. In de ochtend gingen we eerst een stuk wandelen in het indianendorp Apoera. Dit dorp was nog redelijk goed ontwikkeld, de omliggende dorpen bleken (later op de dag) een stuk primitiever. Na de wandeling gingen we met een busje naar een locomotief die nooit is gebruikt, omdat het spoor nooit is afgemaakt. Verderop lag een grote loods, waar locomotieven zouden moeten worden gerepareerd. Deze loods is nu al voor een deel overwoekerd. Jammer dat in de omgeving al veel bomen zijn gekapt, dit doet afbreuk aan het junglegevoel. In de middag hebben we onze eerste jungletocht gemaakt, hiervoor hebben we deze reis geboekt! We hebben niet heel veel dieren gezien, maar wat was het gaaf om deze wandeling te maken. Na de wandeling zijn we nog op zoek gegaan naar een luiaard en die hebben we gevonden! Wat een mooi beest. In de avond weer lekker gekletst met de groep en spelletjes gedaan. Nu lekker slapen en morgen naar de Blanche Marie watervallen. Ik heb er zin in!
























Reactie plaatsen
Reacties