Suriname dag 10: reis naar Raleighvallen

Een reis naar Fungu-eiland, maar dan junglestijl. In de ochtend verlieten we Apoera om een plek nog veel dieper in de jungle te gaan opzoeken. Eerst een lange tocht met het 4x4 busje over hobbelige wegen. Een tocht van vijf uur is best lang, maar het is toch een heel stuk interessanter als je aan twee kanten een groene muur van planten, struiken en bomen hebt. Verder af en toe overvliegende toekans, ara’s en roofvogels en het feest was compleet. Zo rond de lunch kwamen we aan in Witagron, eigenlijk niets meer dan een klein dorpje langs de Saramaccarivier. Deze rivier hebben we al een keer overgestoken, maar toen een heel eind verder richting kust op de weg van Paramaribo naar Nickerie. Na een prima take-away-lunch gingen we de korjalen laden. Niet alleen onze eigen bagage ging mee, ook alle boodschappen en keukenspullen voor de komende dagen moesten mee. Passen en meten dus, belangrijk om de aanwijzingen van de kapiteins goed te volgen. Ook de mensen werden aan een boot toegewezen, ik mocht plaatsnemen in de kleinste korjaal. Uiteindelijk bleek ik in de meest gelukkige boot te zitten. Vanwege de lange droge tijd waarin we zitten, is het heel erg laag water. Omdat we in de kleinste boot, met ook de ondiepste ligging in het water, zaten, zijn we niet vastgelopen (al scheelde het tussen de rotsen en met het ondiepe zand vaak heel weinig). Ongelofelijk hoe ondiep het water kan zijn. De andere boot had meer pech: iedereen moest er daar regelmatig uit het water in om de boot los te trekken. Heel langzaam trokken we stroomopwaarts, de totaal af te leggen afstand was meer dan 60 kilometer. Uiteindelijk kwamen we na iets minder dan vier uur varen aan op Fungu-eiland in het Raleighvallen natuurgebied, diep in de Surinaamse jungle.

Dit zwaar beschermde natuurgebied, alsmede de campsite, zijn heel moeilijk te beschrijven. De voorzieningen zijn beperkt, maar de locatie is werkelijk prachtig. We slapen in een houten hut van drie verdiepingen, maar zonder muren. Dat wordt dus weer hangmatteren, maar dat is met het open uitzicht op de rivier en de oevers en met het rustgevende geluid van de dieren in de jungle echt helemaal fantastisch. Het ontvangst was in ieder geval met een doodshoofdaapjes, die even kwamen kijken of we wat lekkers te eten mee hadden gebracht. De stukjes banaan werden gretig in ontvangst genomen, al kregen ze onderling flinke ruzie. Nu hebben ze dat zo ongeveer de hele dag, dus daar zijn we al aan gewend. Omdat het al bijna zonsondergang was, zagen we dat de gieren al een slaapplaats in de bomen aan het zoeken waren en begon het dagorkest de dienst over te dragen aan het nachtorkest. De brulapen hielden hun kabaal voor gezien, maar de kikkers en krekels begonnen hun repertoire voor de nacht.
In de avond gingen we onder begeleiding van onze gids Venski nog even een klein stukje het bos in. Het duurde niet lang voordat we een tarantula hadden gevonden. De gids wist hem snel te temmen (vraag mij niet hoe), waarna deze spin over vele armen en hoofden een wandeltochtje maakte. Verder wisten we nog een aantal nachtzwaluwen en padden te spotten, voor de rest wisten ze allemaal goed verstoppertje te spelen. Daarna lekker de hangmat in, volgens mijn reisgenoten was ik binnen vijf minuten onder zeil. Thuis toch maar eens een mp3-tje met junglegeluiden opzetten bij het naar bed gaan. 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.