Vandaag een hele lange reisdag, dus vroeg op pad op deze zondag. Vanuit Jinja is het ruim 300 kilometer naar de eindbestemming voor vandaag: Murchison Falls National Park. Eindelijk dus naar het eerste natuurpark van deze reis. Het Murchison Falls National Park is het grootste Oegandese wildpark en wordt door de machtige rivier de Nijl in tweeën gespleten. Het ligt in het Noordwesten van Oeganda, op circa zeven uur rijden van Kampala (maar dus nog wat extra uren vanuit Jinja, zeker omdat we nog een stop hadden in Kampala zelf). Het landschap varieert van dicht regenwoud in het heuvelachtige zuidwestelijk deel tot vlakke savannes in het noordwesten. Murchison Falls is door haar ligging aan de Nijl een van de groenste parken van Afrika.
Een vroege start van de dag dus en een tijdig vertrek. Gelukkig was het zondag, dus weinig verkeer op de weg. Helaas tussen Jinja en Kampala al wel het nodige oponthoud. Op een lange, rechte weg werden we staande gehouden door twee agenten. De ene agent had iets in zijn handen dat een snelheidsradar moest voorstellen (maar wat meer deed denken aan een schoenendoos). Onze chauffeur gaf aan het wel te gaan regelen, stapte uit en liep een stuk mee met de agenten. Zo’n twintig meter voor de auto (dus vooral uit het gehoor) werden wat vriendelijke woorden uitgewisseld en werd het gesprek besloten met een handdruk. Het hoeft geen verdere uitleg dat tijdens de handdruk wat geld van eigenaar wisselde. Duidelijk dat beide agenten in het weekend wat aan het bijklussen waren en de eigen zak spekten. De chauffeur wilde er verder ook niet veel over kwijt, duidelijk dat hij zich best schaamde voor de corruptie in zijn land. Na dit oponthoud reden we in één keer door naar Kampala, waar nog wat zaken geregeld moesten worden bij het kantoor van de reisorganisatie (vraag me niet wat, dat ben ik al lang weer vergeten). Gelukkig was het nog steeds rustig op de weg, zodat we binnen de kortste keren weer de stad uitreden in noordelijke richting.
De reis over de stoffige, grotendeels onverharde wegen leek voorspoedig te gaan, totdat het busje er ineens mee stopte. We bleken heel veel geluk te hebben dat binnen onze reisgroep een garagehouder zat. Die had al gauw in de gaten dat het busje toch niet heel goed om kon gaan met de grote hoeveelheden stof, het luchtfilter bleek verstopt. Met een sok werd een provisorische oplossing bedacht, zodat we in ieder geval door konden rijden tot de volgende plaats. Deze truc moest deze reis vele malen worden herhaald, geen idee hoe groot de problemen zouden zijn geweest als wij deze garagehouder niet mee hadden gehad. Waarschijnlijk zouden dat vele uren wachten in de bloedhete zon zijn geweest en late aankomsten op de bestemming. Voor nu werd de benodigde reparatie in ieder geval gecombineerd met de lunch: wij ergens eten, terwijl de chauffeur de bus liet repareren bij een garage. Geen verlies van tijd dus, waardoor we snel weer door konden rijden en tegen het eind van de middag aankwamen bij Murchison Falls National Park.
















Ook in het park moest nog een stuk worden gereden tot aan het kamp. Voordeel van deze kilometers is dat je gelijk ook aan het gamedriven bent. We kwamen onderweg dus ook al een Kaapse Buffel, impala’s en bavianen tegen. Dat was mooi meegenomen. Het kamp was eenvoudig, maar voor iedereen was er wel een prima hut. Zo net voor zonsondergang kon het kamp nog een beetje worden verkend, waarbij ook de nodige dieren nog even langskwamen. Zo’n kamp levert natuurlijk ook voor veel dieren wel wat te eten op. Naast voedsel dat wordt achtergelaten, gaat het vooral ook om voedsel dat aan de aangeplante bomen groeit. De wrattenzwijnen wisten in ieder geval prima waar het eten te vinden was en stoorden zich totaal niet aan onze aanwezigheid. Na zonsondergang werd een uitgebreide maaltijd geserveerd, daar waren we na zo’n lange reisdag wel aan toe. Daarna vroeg naar bed, want rond zonsopgang de volgende ochtend stond weer een gamedrive op het programma.
Reactie plaatsen
Reacties