En zo zijn we weer terug bij het grote Victoriameer, de plek waar deze rondreis ongeveer drie weken geleden begon. Morgen weer terug richting Nederland, maar vandaag nog een belangrijke missie: de zeldzame schoenbekooievaar vinden! Vanuit Masaka dus even een blokje om op weg naar Kampala (waar we de laatste nacht in Oeganda zouden gaan doorbrengen) voor een bezoek aan Mabamba Swamp. In dit moerasgebied leven deze bijzondere dieren. Met een motorboot zouden we eventueel aanwezige exemplaren snel op de vlucht slaan, dus ook nu was het instappen in uitgeholde boomstammen. Ietwat gammeler dan de bootjes op Lake Bunyonyi, maar gelukkig hoefden we zelf niet te peddelen. Achterop iedere boot een bootsman of bootsvrouw, die ons met een stok door het moeras manoeuvreerden.
Maar nu eerst nog even wat uitleg over de schoenbekooievaar. Zoals de naam al doet vermoeden is het een ooievaarssoort. Door zijn bijzondere snavel lijkt het een dier uit de prehistorie, je zou hem zo indelen bij de dinosauriërs. Dit dier leeft in moerasgebieden in Oost-Afrika. Ondanks zijn grootte van 150 centimeter is hij pas in 1850 ontdekt door wetenschappers. Wetenschappers ontdekten de vogels pas laat, maar de oude Egyptenaren en Arabieren kenden deze vogel al heel lang. In Egypte zijn oude tekeningen gevonden van de schoenbekooievaar. Bij de tekeningen stond de naam abu markub in het oud Arabisch, wat vader van de schoen betekent. De grote schoenvormige snavel van de vogel kan wel 24 centimeter lang en 20 centimeter breed worden. De snavel is heel handig om prooien te vangen. De schoenbekooievaar eet vooral vissen. Tijdens de jacht is hij heel geduldig. Hij staat soms wel uren langs de oever te wachten totdat er een vis langs komt zwemmen. De voortplanting van deze vogel blijkt lastig (slechts eenmaal in de paar jaar een nest en dan ook maar 1 jong), dus het is ook niet vreemd dat deze soort ernstig wordt bedreigd. In het wild zijn nog maar zo’n 2.500 volwassen exemplaren over.
Vooral vanwege het heel bijzondere uiterlijk van deze vogel wilden we er wel heel graag eentje zien. Ook dit keer was het geluk weer met ons, want eenmaal wat dieper in het moeras was er al snel eentje gespot. Heel rustig voeren we wat dichter na de vogel toe en op een teken van onze bootsman stonden we voorzichtig op om hem boven het riet en gras uit te kunnen zien. Dat was nog spannend, de bootjes waren nogal gammel. Met wat onderlinge afstemming kwam uiteindelijk iedereen overeind en konden we de vogel van een afstandje bewonderen. Uiteindelijk spotten we later nog een tweede schoenbekooievaar, dus ook daar namen we nog een kijkje.
Vervolgens weer terug naar het vasteland, waar onze chauffeur stond te wachten om ons naar het hotel in Kampala te brengen. Een typisch stadshotel, met weinig opsmuk maar wel een zwembad. Aan het einde van de middag dus toch nog even lekker plonzen. In de avond nog even een uitgebreid diner met zijn allen, waarbij uitgebreid werd teruggeblikt op een mooie reis.

















Reactie plaatsen
Reacties