Na een nachtje in Paramaribo mochten we gelijk in de actieve modus. Na een korte wandeling door het toeristische deel van Paramaribo (onder andere door de palmentuin) kwamen we aan bij de fietsverhuur. Na wat gepas, gemeet en gerepareer konden we op pad. Wel even uitkijken onderweg, want ze rijden hier links en verkeersregels zijn er niet zo veel. De tocht startte richting Leonsberg, een buitenwijk met veel dure huizen. We kwamen onder andere langs de Nederlandse ambassade, maar ook langs de woning van president Bouterse. Onderweg regelmatig een stop bij een Chinees. Niet voor een loempia met pindasaus, maar dat is de benaming voor supermarkten (uiteraard in Chinese handen). Veel water, fruit en lekkers te knabbelen onderweg dus.
Achterin Leonsberg hebben we bootjes genomen om de Surinamerivier over te steken richting Nieuw-Amsterdam. Het was even passen en meten, want de fietsen moesten ook mee en de bootjes waren niet erg groot. Eenmaal aan de overkant gingen we richting fort Nieuw-Amsterdam, dat zelfs in WWII nog een belangrijke rol had. De strategische ligging in de monding van de Surinamerivier bij de Atlantische Oceaan verklaart hierbij veel. Na Nieuw-Amsterdam fietsten we verder het Commewijne district in. Dit is een gebied met veel voormalige plantages, die inmiddels veelal flink overwoekerd zijn. Na een leuke tocht hadden we nog een laatste overtocht met een bootje over de Commewijne district richting het kleine dorpje Johan & Margaretha, waarschijnlijk vernoemd naar de kinderen van Duitse kolonisten die daar lang geleden een aantal plantages hadden.
Het eerdere plan was om te gaan slapen op het strand van Matapica, maar door veel te laag water waren de stranden niet bereikbaar. Johan & Margaretha was dus de plek om behalve te lunchen, ook te gaan slapen. In de middag gingen we een wandeltocht maken naar het nabijgelegen Frederiksdorp. Ook hier voormalige plantages, waarvan de gebouwen zijn behouden en opgeknapt. Mooi om te zien.
























Eind van de middag werd het tijd om voor te bereiden voor een boottocht door het Matapicagebied. Dat betekende lange kleding, een petje, schoenen, sokken en vooral veel deet. Het wemelt daar van de muggen. Met kleine korjalen gingen we het gebied in, dat bestaat uit ondergelopen rijstvelden. De natuur begint de grip te krijgen op het gebied. Voor zonsondergang ging het vooral om het genieten van de mooie natuur, daarna gingen we op jacht naar kaaimannen. Lang lieten ze zich niet vangen, maar uiteindelijk hadden we er een te pakken. Na even poseren met onze trofee hebben we hem uiteraard weer vrijgelaten.
Na een bara en saotosoep, en een klein slokje borgoe, was het tijd om te gaan ‘hangmatteren’. In een dorp met lang veel muziek, vechtende honden en motorboten en brommers was het nog niet makkelijk om de slaap te vatten, maar dat hoort er nou eenmaal bij.
De volgende ochtend gingen we weer op de fiets voor een tochtje naar Werk en Rust, een ander dorpje dat is ontstaan rond een boerenbedrijf. In dit geval zit er een grote rundvleesveehouderij. Het dorpje heeft wel iets weg van Giethoorn: veel kanalen en bruggetjes. Gelukkig hier geen drommen toeristen. Na de tocht terug en de lunch begonnen we de terugreis richting Paramaribo. Eerst gingen we weer met een bootje de Commewijne over. Hierbij kregen we een verrassing doordat vele dolfijnen zich lieten zien rond de boten. Erg gaaf om te zien! Via Nieuw-Amsterdam en Leonsberg kwamen we later in de middag weer aan in Paramaribo. Over de dagen in Paramaribo later meer.
Reactie plaatsen
Reacties