Soms valt een afscheid zwaar, wat had ik graag nog langer bij de Raleighvallen willen blijven. Maar het avontuur gaat verder, andere mooie plekken tegemoet. Gelukkig hadden we nog een keertje ontwaken tegoed, heerlijk in de hangmat luisterend naar de geluiden van de natuur. Vanaf de tweede verdieping van het hangmattengebouw ook nog zicht op de rivier en boomtoppen waarin de vogels af- en aanvlogen. Even tijdrekken nog en dan toch er uit om alles op te ruimen en de tassen in te pakken. Nog een ontbijtje en daarna was het toch echt doeidoei en zwaaizwaai.
Met de korjaal gingen we weer terug naar Witagron, de omgekeerde route van drie dagen eerder. Gelukkig hadden we minder bagage (het eten en drinken was inmiddels goed op), dus hadden we ook minder diepgang met de korjaal. Dat was ook wel nodig, want het heeft tijdens ons verblijf nauwelijks geregend. De waterstand leek dus nog wel lager dan eerst. Gelukkig hoefden we niet de boot uit om te duwen, de bootsman en loodser konden het prima af. Een mindere, maar ook wel grappige, verrassing kregen we halverwege de tocht. We hadden de hele ochtend al Hollandse luchten met mooie stapelwolken. Eentje recht voor ons vonden we al een beetje donker. In de verte zagen we ineens de regen neerklateren op het water, maar voordat we goed en wel konden reageren zaten we al midden in een hoosbui. Werkelijk binnen een minuut waren we al drijfnat, wat kan het daar hard regenen (en wat is het regenwater koud ). Gelukkig was de zon ook snel weer terug, zodat we konden opwarmen en opdrogen. De toch ging verder voorspoedig en na aankomst stond het busje al klaar.











De take-away-lunch van Tine was weer erg lekker, we konden er weer tegenaan. In de middag een flinke reis naar Palulu, vlakbij Zanderij. Eigenlijk hebben we nu dus een eerste lus gereisd. Vlak voor Zanderij zijn we nog gestopt bij het monument ter nagedachtenis aan de slachtoffers van de SLM-vliegramp in 1989. Een bijzondere plek om even bij stil te staan, niet alleen omdat de impact op de Surinamers groot was en is, maar ook omdat het letterlijk de plek is waar het toestel is neergestort. Ook apart dat op de locatie nog meerdere wrakstukken te vinden zijn, er is letterlijk alleen maar zand over de stukken gestort en er is bijna niets van het vliegtuig opgeruimd. We werden er wel even stil van.
De campsite Palulu ligt relatief dicht bij het vliegveld. Ondanks dat het dus dicht bij de bebouwde wereld ligt, krijg je toch het natuurgevoel. De locatie ligt in het mooie groen van het savannebos, benieuwd wat we hier gaan zien en meemaken. Eerst maar eens aan de Saotosoep van Tine, daar zijn we na een lange reisdag wel aan toe. Sribi switi!
Reactie plaatsen
Reacties