Als je tijdens een reis zo dicht bij de hoofdstad van een land verblijft, moet je er natuurlijk ook wel een bezoek aan brengen. Vandaag dus een uitstapje naar Caracas, al was het er wel een met de nodige voorzorgsmaatregelen. Caracas was toen al een erg onveilige stad, het stond al in de top 5 van meest onveilige steden van de wereld. En zeker als toerist ben je duidelijk een doelwit. De regels voor de dag werden dus goed duidelijk gemaakt. Als groep bij elkaar blijven en ook maar een paar bezienswaardigheden waar we langs zouden gaan. Op het centrale plein van de stad was het wel veilig, maar eenmaal van dat plein af was het zaak om als groep in beweging te blijven. Met zulke instructies ben je toch wel erg alert tijdens het bezoek, het haalt de pret er op voorhand toch ook wel een beetje vanaf.
Onze bus reed ons tot op het Plaza Bolívar, het centrale plein. Daar heerste op zich toch wel een gemoedelijke sfeer. Het plein was eigenlijk meer een soort park, met in het midden een standbeeld van Simon Bolívar. Verder veel bomen, bloemen, fonteinen en bankjes. Kinderen waren aan het spelen, de duiven werden gevoerd. Eigenlijk een centraal plein zoals zo vele in Zuid- en Midden-Amerika. Uiteraard ook hier weer de kathedraal aan dit plein, net als een museum en het congres (dat dan wel net om de hoek stond).
























Het opletten begon dus pas echt toen we naar het nationale pantheon liepen, een paar blokken van het centrale plein af. Gelukkig was het maar een minuut of vijf lopen voordat we het mooie gebouw bereikten. Het pantheon is gebouwd om de nationale helden te vereren. Simón Bolívar leefde eind achttiende eeuw/begin negentiende eeuw en was een Zuid-Amerikaanse vrijheidsstrijder. Hij stond aan de wieg van de vorming van de landen Panama, Colombia, Ecuador, Peru, Venezuela en Bolivia. Dat laatste land is naar hem genoemd. Tegenwoordig staat hij in Latijns-Amerika nog steeds bekend als El Libertador, ofwel De Bevrijder. Logisch dus dat hij in Zuid-Amerika wordt vereerd. In het pantheon staat de bronzen sarcofaag van deze man.
Na het bezoek aan het pantheon gingen we weer terug naar het plein, waar we al snel weer werden opgepikt door de chauffeur. Een uitgebreider bezoek aan de stad zat er niet in, het was gewoon niet veilig genoeg. Gelukkig was het geen straf om terug te gaan naar Macuto, waar de sfeer op het strand en langs de boulevard gemoedelijk was. Wat een verschil met de stad achter de berg, hemelsbreed maar 10 kilometer verderop.
Reactie plaatsen
Reacties