In de ochtend nog wat vrije tijd in Mérida. Waar het gisteren de hele dag nog bewolkt en grauw was, hadden we nu een vol blauwe lucht met een heerlijk zonnetje. Lekker dus nog even een ommetje door het park op het Plaza de Milla en op het bankje nog even gezellig kletsen of een boek lezen. Heerlijk om in de decembermaand in een T-shirt in het zonnetje te niksen. Daar zijn ze over het algemeen in Nederland wel jaloers op.
Halverwege de ochtend gingen we dan toch weer op pad. Niet met het inmiddels vertrouwde busje, maar met landrovers. We gingen verder klimmen, hoger de Andes in. Hemelsbreed niet heel ver weg (we bleven zelfs binnen de gemeente Mérida), maar door de haarspeldbochten en het feit dat we om een bergrug moesten, was het toch best een flinke tocht. Eerst nog over asfaltwegen binnen Mérida en aangrenzende voorsteden, daarna werden de wegen smaller, slechter verhard en vooral steiler omhoog. Bovenop een piek nog even een stop voor het panoramische zicht over Mérida.
Na deze laatste stop verdween de drukke stad uit beeld en restte ons de hele reis vooral veel bergen. Af en toe wat akkers, hier en daar een heel klein gehucht en verder niets dan de stilte en de prachtige vergezichten. Van de wegen was niets meer over dan een paar smalle paden. Angstaanjagend als er een tegenligger opdoemde en je (voor je gevoel) op een centimeter afstand van de afgrond reed. Het feit dat er om de haverklap een kruis naast de weg stond om iemand te herdenken die daar was verongelukt, maakte het er ook niet geruststellend op. Blij dat er zeer bekwame chauffeurs achter het stuur zaten, dit hadden we nooit zelf moeten doen.
Af en toe een stop voor het uitzicht, hier kan je nooit genoeg van krijgen. We bevonden ons inmiddels in het in het Sierra Nevada National Park, een mooi beschermd gebied. De meest opvallende stop was bij een begraafplaats, een mooier plekje kun je bijna niet bedenken. Na de begraafplaats kwam het gehucht Los Nevados in zicht, onze verblijfplaats voor een paar dagen. De optie om het laatste stuk te lopen werd met beide handen aangegrepen. De landrovers reden door met de bagage, wij konden even lekker de benen strekken. Gelukkig niet te ver, want het was erg warm. We zaten inmiddels ruim boven de 2.700 meter en daarmee ook boven de bomengrens. De warmte straalde dus van alle kanten van de berg af en er was ook geen schaduw te vinden.
























Na de korte wandeling kwamen we aan in het dorpje. Los Nevados heeft iets meer dan 2.000 inwoners, maar slechts een fractie hiervan woont in het gehucht zelf. Bijna iedereen woont in boerderijen in de wijde omgeving. Het dorpje bestaat uit een pleintje (bijna logischerwijs Plaza Bolívar genoemd), een kerkje aan dit plein (ook heel logisch Iglesia de los Nevados genoemd) en verder misschien twintig tot dertig huizen. Vlak bij het plein stond onze Posada, met meerdere kamers en een terras met een vol uitzicht over de omgeving.
Na het dumpen van de bagage dus lekker naar het terras, in het zonnetje met een biertje is het altijd prima. Het werd ondertussen al later in de middag en de zon begon te dalen. Waar het gros van de reisgenoten lekker van de laatste zonnestralen genoot, had ik (dankzij goed inlezen) bedacht om toch maar vast wat warms aan te trekken. Het personeel van de Posada begon op het terras ook al dekens neer te leggen en dat was maar goed ook. Op het moment dat de zon namelijk achter de bergen zakte, viel er een deken van nevel over de pieken richting het dal en daalde de temperatuur binnen enkele minuten tot onder vriespunt. Waar de rest snel richting kamers rende om iets warms aan te trekken, trok ik gewoon een deken om me heen en kon ik genieten van de zonsondergang. Wees dus voorbereid op een snelle omslag van de temperatuur hoog in de Andes.
De avond werd gewoon lekker buiten doorgebracht, onder een deken is dat best vol te houden. Het eten werd geserveerd in de Posada, het werd een fijne avond op een mooie plek.
Reactie plaatsen
Reacties