Vandaag dag 1 van de ‘gorilladagen’, wat voor mij vooral betekende: wachten. Want morgen was ik pas aan de beurt voor mijn gorilla-avontuur. Een korte uitleg is hierbij wel op zijn plaats. Om een tocht naar de berggorilla’s te kunnen maken, heb je een ‘permit’ (vergunning) nodig van de autoriteiten. Voor deze permit betaalde ik in 2009 al zo’n 500 Amerikaanse dollar, het zal inmiddels nog wel zijn opgelopen. Behalve dat de regering er dus geld mee verdient (onder andere voor natuurbescherming en het helpen van de lokale gemeenschappen), is het vooral ook bedoeld om het aantal bezoekers te beperken. Je kan niet zomaar met een grote groep toeristen gezellig voor de neus van gorilla’s gaan staan, grote kans dat het helemaal mis gaat. Er zijn maar een beperkt aantal groepen berggorilla’s die gewend zijn aan mensen, het heeft jaren geduurd voordat het zover was. En dan nog mag de groep bezoekers niet te groot zijn, er worden maximaal zes toeristen toegelaten. En een gorillafamilie kan ook maar maximaal eenmaal per dag worden bezocht. Dit betekent dat in Oeganda en Rwanda maximaal enkele tientallen mensen op bezoek kunnen bij berggorilla’s. Permits zijn dus zeldzaam en voor onze reisgroep was het dus niet mogelijk om een permit te krijgen voor dezelfde dag. De helft van de groep was vandaag aan de beurt, ik met een aantal anderen morgen.
Omdat wij vandaag dus nog niet naar de gorilla’s mochten, was het voor ons dus vooral een dag wachten. Normaal zou ik zeggen ‘relaxen’, maar gezien het vooruitzicht voor morgen voelde het toch echt als wachten. Onze chauffeur was met de bus mee met onze reisgenoten die wel naar de gorilla’s gingen, dus wij waren ook nog volledig beperkt tot onze locatie aan Lake Mutanda. Qua lodge en locatie geen straf, maar er viel voor ons dus niets te ondernemen in de omgeving. Dan maar beginnen met uitslapen. Tegen de tijd dat wij als achterblijvers wakker waren, was de rest van de groep al lang en breed vertrokken. Een lekker ontspannen ontbijtje met het uitzicht over het meer en vervolgens met een goed boek in de hangmat. Geen vervelende manier om de ochtend door te brengen.
Na de lunch kwam de eigenaar van de lodge met het voorstel dat we wel een bootje mochten lenen, we moesten alleen wel betalen voor de benzine. Prima idee leek ons zo, zeker als je bedenkt hoe het meer wordt beschreven: “Lake Mutanda ligt verscholen tussen het indrukwekkende vulkanische gebergte dat de grens vormt tussen Oeganda, Rwanda en Congo. Het rustige meer wordt omringd door eilanden waar lokale boeren hun koffie, bananen en aardappelen verbouwen. De combinatie van het heldere water, de terrassen op de vulkanische hellingen en de omliggende vulkanen maakt dit gebied één van de mooiste en meest opvallende regio's in Oost-Afrika.” Snel dus iedereen bij elkaar getrommeld, aan boord en vol gas op pad. Het bootje was meer een soort drijvend vlot met een overkapping, dus het sturen was niet heel makkelijk (zeker niet als je flink gas gaf). Voor de bewoners van de eilandjes waren wij gekke toeristen met het vreemde bootje een bijzondere verschijning, we trokken heel wat bekijks. Na een poosje rondvaren keek ik toch maar even in de jerrycan met benzine, even kijken hoe veel we nog hadden. Angstvallig weinig, duidelijk dat dit bootje niet geschikt was voor hoge snelheid. De motor werd er dorstig van. Dan dus maar op rantsoen, we hadden geen zin om te gaan roeien. Ook gelijk dus maar de kortste route terug naar de lodge, op de laagst mogelijke snelheid. Uiteindelijk haalden we met zo ongeveer de laatste druppel de lodge. De eigenaar van de lodge merkte nog even droog op dat hij al vond dat we er rap vandoor gingen. Hier had hij vooraf wel voor mogen waarschuwen, maar aan de andere kant hadden we dit mooie verhaal dan ook weer niet gehad.
De rest van de middag was het weer wachten, we waren erg benieuwd naar de ervaringen van onze reisgenoten. Toen ze terug waren kregen we de mooiste verhalen. Hoe mooi het landschap was, hoe dicht ze bij de berggorilla’s konden komen (zeker tot wel 20 meter) en hoe indrukwekkend dit allemaal wel niet was. We zagen zelf nog maar even af van het zien van de gemaakte foto’s, we wilden voor onszelf geen te hoge verwachtingen krijgen. In de avond vroeg naar bed, morgen bij zonsopgang moesten we al op pad.
Reactie plaatsen
Reacties